top of page

Leven met Angstklachten - Fobieën en Paniekaanvallen 

Angstklachten

INLEIDING

 

Angstklachten en fobieën komen veel voor. Eén op de vijf Belgen zal ooit in zijn leven lijden aan een angststoornis en een nog grotere groep zal ooit te maken krijgen met angstproblemen. Binnen de angststoornissen komen fobieën het meest voor. Een fobie is een buitensporige angst voor bepaalde situaties of objecten, waar andere mensen niet angstig voor zijn. Er is gelukkig veel wetenschappelijk onderzoek verricht naar de behandeling van angstklachten en naar de mechanismen die daar een rol in spelen, zowel in België als in het buitenland. Hierdoor wordt steeds duidelijker wat wel en niet werkzaam is bij het overwinnen van angstklachten.

 

Wat betreft psychologische behandelingen is een vorm van cognitieve gedragstherapie, CGT e de eerst aangewezen behandeling bij angstklachten en fobieën. Enerzijds pakt men de angstige manieren van denken (cognities) aan, en aan de andere kant het gedrag, vooral het 'vermijdingsgedrag'. Het uit de weg gaan van situaties waar men bang voor is, is een van de grootste valkuilen voor mensen met angstklachten.

In deze begeleidingstherapie wordt geleerd hoe u, door de angst juist op te zoeken en u hier stap voor stap aan bloot te stellen, uzelf kunt helpen.

Dat angststoornissen veel voorkomen, is ook te zien in de geestelijke gezondheidszorg. Er zijn echter ook andere en nieuwe ontwikkelingen binnen de hulpverlening, zoals het vroeg ingrijpen bij mensen met psychische problemen en de preventie hiervan.

 

 

Voor wie?

 

Deze begeleidingstherapie is bedoeld voor mensen met angstklachten en dan met name voor mensen met fobieën. Een fobie is een buitensporige angst voor één of meer situaties waar de meeste andere mensen niet bang voor zijn. De angst is zo hevig dat men confrontatie uit de weg gaat. Er zijn drie soorten fobieën.

Er zijn drie soorten fobieën:

  1. Agorafobie (pleinvrees, straatvrees of ruimtevrees): Iemand die een agorafobie heeft, is niet alleen bang om de straat op te gaan, maar ook bang om ver van huis te zijn en bang om op drukke plaatsen te zijn waaruit moeilijk te ontsnappen is, zoals winkels, markt, wachtkamers, bioscoop, liften, tram, trein, bus en metro. Iemand die agorafobie heeft is bang dat hij in die situaties onwel zal worden of zal flauwvallen. Of hij is bang zich raar te zullen gedragen, of de de controle over zichzelf te verliezen, of onhandelbaar te worden, of in paniek te raken. En daarom vindt hij het beangstigend als er niemand in de buurt is die kan helpen. Soms is alleen thuis zijn al beangstigend. Er wordt bij agorafobie vaak gesproken over 'angst voor de angst'. Iemand gaat situaties uit de weg waarin hij bij eerdere gelegenheden angstig is geworden.
  2. Sociale fobie (angst en onzekerheid/verlegenheid voor alledaagse sociale interacties en gebeurtenissen): Iemand die een sociale fobie heeft, is bang in het contact met andere mensen. Het is veel meer dan verlegenheid: hij is bang om zich onhandig of beschamend te gedragen; hij verwacht dat anderen hem negatief zullen beoordelen of zullen afwijzen. Die angst leidt ertoe dat hij situaties met andere mensen mijdt. Sommige mensen gaan zelfs niet meer naar bijeenkomsten zoals vergaderingen, verjaardagen, recepties en feestjes. anderen gaan nog wel, maar zorgen ervoor dat zij niet opvallen, bijvoorbeeld door weinig te zeggen of aan de kant te blijven zitten. Weer anderen drinken zich eerst moed in. Sommige gevallen gaat de angst gepaard met blozen, trillen en zweten. Sommige mensen met een sociale fobie hebben een tekort aan sociale vaardigheden. Ze maken bijvoorbeeld geen oogcontact en spreken met een zachte stem. Ze weten niet hoe ze een praatje moeten knopen of hoe ze een gesprek op gang moeten houden. Andere mensen bezitten die vaardigheden wel, maar bij hen vormt hun angst een belemmering om prettige contacten met anderen aan te gaan.
  3. Specifieke en/of enkelvoudige fobie zoals: (dierenfobie): iemand met een specifieke fobie is extreem ban voor één specifieke situatie of object, waarvoor andere mensen niet bang zijn. 

De meest voorkomende specifieke fobieën hebben betrekking op:

  • Dieren: (spinnen, honden, slangen, mieren); 
  • Natuurlijke gebeurtenissen: (onweer, storm, hoogte, water, natuurverschijnselen)
  • Medische zaken: (naaldangst, verwondingsangst, bloedangst, medische ingrepen)
  • Een specifieke situatie: (vliegen of autorijden)
  • Anders: er zijn nog veel meer dingen waarover mensen een extreme angst kunnen hebben, zoals overgeven, besmetting, inbrekers, maar ook kerkhoven, kinderen, klokken enzovoort.

Fobieën kunnen zich ontwikkelen door associatie met een (traumatische ervaring). Als iemand bijvoorbeeld een auto-ongeluk meemaakt, kan een fobie voor autorijden ontstaan.

 

Net als bij andere fobieën is bij de specifieke fobie sprake van vermijdingsgedrag. Angst voor een specifieke situatie of object hoeft trouwens niet per se tot problemen te leiden. Zolang een situatie of object gemakkelijk te vermijden is, zullen er verder geen beperkingen zijn in het dagelijks functioneren. Maar juist omdat een specifieke fobie gemakkelijker te vermijden is, komen sommige mensen er nooit van af. Iemand met vliegangst bijvoorbeeld zal er weinig last van hebben als hij nooit voor zijn werk hoeft te vliegen. Het wordt pas een probleem als iemand met vliegangst wel regelmatig naar het buitenland moet. Als zo iemand het vliegen gaat vermijden, is normaal functioneren in het werk niet meer mogelijk, met alle nadelige gevolgen van dien. Een specifieke fobie kan iemands leven behoorlijk ontwrichten.

 

 

Oorzaak

 

Hoe een fobie ontstaat is grotendeels onbekend. In principe kan iedereen een fobie ontwikkelen. Specifieke fobieën zoals de angst voor spinnen ontstaan vaak in de kinderjaren en kunnen spontaan over gaan. Andere fobieën (waaronder sociale fobieën) ontstaan vaak tijdens de adolescentie en jong volwassenheid. Sommige mensen zijn gevoeliger voor het ontwikkelen van een fobie. Dit heeft voor een deel een genetische basis. Verder zijn mensen met een fobie gevoeliger voor het krijgen van andere fobieën.

 

 

Hoe overwin ik mijn fobie?

 

De effectiefste manier om je fobie te overwinnen, is de confrontatie aan te gaan met je angst. Dat betekent dat u je je weer moet begeven in situaties die je vanwege je angst uit de weg bent gegaan. Als je straatvrees hebt, moet je de straat weer op en winkels in. Als je een sociale fobie hebt, moet je juist in contact komen met andere mensen. Als je het beangstigend vindt om auto te rijden, moet je de snelweg op. Dat gaat tegen je gevoel in, want je wilt die situaties het liefst uit de weg gaan. Maar toch is dit een hele goede aanpak, waarmee je angst langzamerhand zal afnemen. Men noemt deze aanpak 'exposure', in het Nederlands: blootstelling. 

 

Om het niet al te moeilijk voor je te maken, pakken we het stapsgewijs aan. Je gaat kleine stapjes maken. Na veel kleine stapjes krijg je steeds meer vertrouwen en kun je steeds een stapje verder gaan. Onderzoek heeft laten zien dat iemand met een angst en fobie deze exposure op zichzelf kan toepassen. Bij het zelf uitvoeren van exposure is het belangrijk dat alle stappen samen met je therapeut worden gezet. Dat zal lang net altijd gemakkelijk zijn. Je moet er tijd voor vrij maken, je problemen analyseren, plannen van aanpak maken en misschien wel het moeilijkste van alles: je moet je weer begeven in situaties die je in de loop van de tijd bent gaan vermijden. Niet in één keer, maar wel in kleine stapjes. Hoewel je wordt bijgestaan door je therapeut, zul je het toch zélf moeten doen. Niemand kan dat van je overnemen. Maar als het straks gelukt is wat je nu misschien nog niet kunt voorstellen, dan zul je trots zijn op jezelf dat je dit helemaal zelf voor elkaar heeft gekregen. Dat je je leven weer in eigen hand heeft genomen, zal bijdragen aan je zelfvertrouwen. 

 

 

ANGST BEGRIJPEN

 

Wist je dat?

  • Angst nuttig is
  • Sommige mensen angst opzoeken
  • Vermijden de angst juist erger maakt
  • Alcohol en drugs een ongunstige invloed hebben op angstklachten

De eerste stap die nodig is om je angst te overwinnen, is begrijpen wat angst is en hoe het werkt. In deze begeleidingstherapie krijgt u informatie over angst in het algemeen. De verschillen tussen gewone angst en fobische angst worden besproken en hoe een fobie kan ontstaan en blijft voortbestaan. We leggen uit hoe een angststoornis met depressie kan samengaan. Ook de invloed van alcohol en drugs komt aan de orde. Dan volgt een bespreking van de behandeling met exposure en eventueel de behandeling met medicijnen.

 

 

Angst is normaal

 

Iedereen is wel een bang of ervaart daarbij de lichamelijke effecten van de angst. Angst hoort bij het leven. Waarom? Omdat angst nuttig is. Het is een mechanisme dat ons helpt om te gaan met gevaar. Je kunt het zien aks een alarmsysteem. Als de alarmbel gaat, brengen het zenuwstelsel en het hormoonsysteem het lichaam in staat van paraatheid. Dat gebeurt onmiddellijk en automatisch. We hoeven er niet over na te denken. We gaan sneller ademen, ons hart gaat sneller kloppen, onze bloeddruk stijgt en we gaan transpireren. Het lichaam bereidt zich alvast voor op actie: vechten of vluchten. Als er direct gevaar dreigt is dat nuttig: er kan direct gehandeld worden. Als er géén direct gevaar dreigt, is die alarmbel heel onhandig. Het lichaam reageert alsof er écht gevaar dreigt, het maakt zich klaar om handelend op te treden, terwijl dat helemaal niet nodig is. Het alarmsysteem is als het ware te scherp afgesteld. Als er geen gevaar dreigt, maar het alarmsysteem gaat wel keer op keer af, is dat erg vervelend en vermoeiend. Dat is wat er bij fobieën gebeurt. Angst is een belangrijk onderdeel van het normale leven. Schrikken van een auto die keihard op je af komt rijden, bang zijn om je werk niet op tijd af te krijgen, de zorgen of je kind het redt op school met dat examen. Het komt in ieders leven elke dag wel op een of de andere manier voor.

 

Waar iemand precies bang voor is, verschilt in zekere mate per persoon. Iedereen schrikt van die auto die in volle vaart op hem af komt rijden of als er een brandlucht is. Maar de een geeft geen krimp als hij een spin oppakt, terwijl de ander de rillingen over de rug lopen. En de een wordt sneller bang dan de ander als hij alleen over straat moet in het donker. Ook heeft iedereen zijn eigen 'zwakke plekken'. De manager die bang is dat hij een verkeerde beslissing heeft genomen, de moeder die twijfelt of ze haar kind niet te streng aanpakt, de student die het moeilijk vindt om in een groep zijn zegje te doen omdat hij bang is af te gaan. Zoals je ziet, spelen behalve lichamelijke reacties ook gedachten over mogelijk gevaar een rol in het geheel.

 

Vaak zul je de neiging hebben om de dingen waar je bang voor bent uit de weg te gaan. Als het onweert ga je liever naar binnen (en als je dat doet, neemt de angst af), je overtuigt je vriendin ervan dat een busreis veel leuker is dan vliegen (en als je vriendin akkoord gaat, voel je opluchting) en die grote spin die in de toilet zit laat je door je partner weghalen (en als de spin uit het zicht is, neemt je angst af). In veel gevallen sta je er nauwelijks bij stil dat die handelingen voortkomen uit angst.

 

Sommige mensen zoeken angst juist op. Denk aan de kermis: lekker misselijk en duizelig worden in de python rollercoaster, griezelen in het spookhuis. Of 'bungee jumpen' En sommige mensen nemen drugs juist omdat het zo spannend is. De mensen diedit soort dingen doen, houden van het gevoel dat er gevaar dreigt.

 

 

Als angst je leven gaat bepalen

 

Angst is dus normaal en hoort bij het leven. En dat je dingen waarvoor je bang bent liever vermijdt, is ook begrijpelijk. Want de angst wordt dan minder of verdwijnt zelfs helemaal, en dat is prettig. En dus ben je geneigd om dat de volgende keer weer te doen. En de keer daarna weer. En zo wordt de neiging om te vermijden steeds sterker, en breidt de angst zich steeds meer uit naar situaties die voorheen nog niet beangstigend waren. Op een gegeven moment moet je constateren dat je heel véél niet meer durft (of alleen nog maar met speciale voorzorgsmaatregelen) en dat je leven behoorlijk ingeperkt is geraakt. Zo leidt een gewone angst tot een angststoornis.

 

Vermijding is dus begrijpelijk en menselijk, maar ook vervelend. Want op de lange termijn heeft vermijding allerlei nadelige gevolgen. Je moet op het werk smoezen verzinnen waarom je niet naar vergaderingen gaat, je kunt niet meer bij je familie op bezoek, vrienden krijgen er genoeg van steeds naar jouw te moeten komen, je kunt je familie in het buitenland niet bezoeken, en nog veel meer andere beperkingen. Kortom: je gebied wordt steeds kleiner en je raakt afhankelijk. en bovendien: je angst wordt in de loop der jaren steeds heviger.

 

Een veelgehoorde uitdrukking luidt: 'de oplossing van gisteren is het probleem van vandaag'. De oplossing van gisteren is dat je situaties bent gaan vermijden, en het probleem van vandaag is dat je angst alleen maar toeneemt. Het afnemen van je zelfvertrouwen krijg je er gratis bij! Er zijn ook heel veel mensen die wel eens angstig zijn (geweest), maar geen angststoornis ontwikkelen, en dat ligt dan over het algemeen aan het feit dat ze op een gegeven moment besluiten om die situaties niet langer te vermijden. Dat is dan ook wat je in de behandeling gaat doen: de angst opzoeken en de vermijding tegengaan.

Paniekaanvallen

INLEIDING

 

In deze begeleidingstherapie komen de oorzaken, behandelingsmogelijkheden  bij de paniekstoornis uitgebreid aan de orde. De paniekstoornis is de meest voorkomende angststoornis. Geschat wordt dat ze bij ongeveer vier van de honderd mensen (4%) voorkomt. Het gaat hierbij om serieuze klachten die zeer beangstigend kunnen zijn. Op de langere termijn kan een onbehandelde paniekstoornis tot allerlei extra problemen leiden: sociaal isolement, middelenmisbruik en belemmeringen in het gezins- en beroepsleven. We maken de paniekstoornis en/of agorafobie zo toegankelijk mogelijk. hoe meer je immers over deze stoornis weet, hoe gemakkelijker het is maatregelen te nemen die nodig zijn om een zo plezierig mogelijk leven te leiden.

 

Een paniekaanval is een uiting van intense angst die meestal plotseling begint en niet erg lang duurt (doorgaans enkele minuten tot een half uur).

De symptomen zijn onder andere beven, sterk zweten, pijn in de borst, hartkloppingen duizeligheid, misselijkheid, een tintelend gevoel (meestal handen, voeten of gezicht) benauwdheid en hyperventilatie. Verder treden mogelijke sterke vecht- of vluchtreacties en depersonalisatie op. Een paniekaanval gaat vaak gepaard met de angst om flauw te vallen of dood te gaan. De diagnose paniekstoornis wordt alleen gesteld als iemand last heeft van terugkerende paniekaanvallen, die ontstaan zijn zonder duidelijke aanleiding. Daarbij is de patiënt na ten minste één aanval gedurende minimaal een maand ongerust geweest over een nieuwe aanval, de gevolgen hiervan, of is de patiënt door de aanvallen vermijdingsgedrag gaan vertonen. Paniekaanvallen kunnen leiden tot een paniekstoornis. Als iemand daarnaast, uit angst voor een nieuwe paniekaanval, allerlei situaties gaat vermijden, dan ontstaat er meestal ook een agorafobie (plein of straatvrees).

 

 

Symptomen

 

Je kunt je waarschijnlijk wel voorstellen dat een onverwachte noodsituatie bij iemand een paniekreactie kan oproepen. Het is een aangeboren instinctmatige reactie die mensen hebben op (levens)bedreigende gebeurtenissen. Het zorgt ervoor dat we snel kunnen reageren op gevaar. 

Denk hierbij aan o.a.:

  • Gevaarlijke situaties (ongelukken, rampen, roofdieren et cetera)
  • In sociale situaties waarbij veel stress optreedt
  • Lichamelijke oorzaak
  • Psychische aandoening

Zo'n paniekreactie staat bekend als de 'vecht- of vluchtreactie' en stelt iemand in staat direct het gevaar aan te pakken of er, indien nodig, voor weg te vluchten. Maar als je zomaar, zonder een echte aanleiding, in paniek raakt kan 'alarmsysteem' in je lichaam te scherp staan afgesteld. De vecht- of vluchtreactie treedt te vroeg en te hevig op en daardoor lijkt het alsof er iets vreselijks gebeurt, zonder dat er sprake is van een gevaarlijke situatie. Steeds terugkerende paniekgevoelens kunnen een voorbode zijn van een (beginnende) paniekstoornis. Er is pas echt sprake van een paniek stoornis als je angsten zo extreem zijn dat het normale leven eronder lijdt.

 

Niet alleen de intensiteit maar ook de duur van de angst, bepaalt het verschil tussen een 'normale' angst en een paniekstoornis. Bij normale angst verdwijnt de angst vanzelf zodra de angstopwekkende situatie voorbij is. Bij een paniekstoornis kan de angst voor een nieuwe paniekaanval ('de angst voor de angst') weken, maanden of jaren aanhouden. Een paniekaanval duurt meestal maar een paar minuten, maar kan regelmatig terugkomen. Meestal blijft iemand na een paniekaanval nog een paar uur angstig of onrustig.

 

Een paniekaanval bestaat uit twee reacties:

  1. Een lichamelijke reactie: lichamelijk kan angst tot uiting komen in een aantal zeer onaangename, maar ongevaarlijke lichamelijke verschijnselen zoals hartkloppingen, transpireren, trillen of beven, benauwdheid, tintelingen, opvliegers of koude rillingen, duizeligheid, misselijkheid en pijn op de borst.
  2. De geestelijke reactie: de geestelijke verschijnselen van een paniekaanval zijn ook zeer onaangenaam: groot onheil verwachten, een gevoel van onwerkelijkheid of los te staan van jezelf, het idee flauw te vallen, de controle te verliezen of gek te worden of de angst om dood te gaan. Kenmerkend voor een paniekstoornis is dat iemand bang wordt voor zijn eigen lichamelijke angstverschijnselen, denkt dat het iets ernstig is en van die gedachte weer in paniek raakt.

Een paniekstoornis kan op zichzelf staan, dat betekent dat er naast de angst voor de paniek geen sprake is van andere angsten of fobieën. Maar de paniekstoornis kan ook voorkomen in combinatie met andere angststoornissen. Vaak treedt een paniekstoornis op in combinatie met agorafobie (plein of straatvrees). Iemand met agorafobie wordt bijvoorbeeld angstig op drukke plaatsen, in afgesloten kleine ruimten of in het openbaar vervoer. Hij wil alle plaatsen vermijden waar een nieuwe paniekaanval zou kunnen optreden. Mensen kunnen door hun agorafobie compleet afhankelijk worden van hun partner of familie, omdat ze niet meer alleen de straat op durven of alleen durven te zijn.

 

 

Vroege en late symptomen

 

De frequentie en intensiteit van paniekaanvallen kunnen sterk variëren. Je kunt één of twee paniekaanvallen krijgen en daarna maandenlang of zelfs jarenlang paniekvrij blijven. De eerste paniekaanval kan ook wekelijks gevolgd worden door een of meerdere aanvallen tot het moment dat je ervoor in behandeling gaat. Bij iemand die er niet voor behandeld wordt, blijft de paniek stoornis vaak chronisch aanwezig. Dat betekent dat je er jaren lang last van blijft houden. In het begin van de stoornis speelt vooral de angst voor weer een nieuwe aanval een belangrijke rol, later kan daar nog bijkomen dat iemand alles (subtiel) gaat vermijden wat een nieuwe aanval zou kunnen uitlokken, bijvoorbeeld: koffie drinken, lichamelijke inspanning of juist ontspanning, allerlei soorten voedsel, alleen zijn of constant alert zijn op 'ontsnappingsmogelijkheden'.  Een leven onder hoogspanning, met de continue angst voor een nieuwe aanval, kost veel energie. Op de langere termijn kan een onbehandelde paniekstoornis tot allerlei extra problemen leiden: sociaal isolement, verslavingen (om de angst te onderdrukken) en belemmeringen in het gezins- en beroepsleven.

 

 

Paniekstoornis

 

De diagnose paniekstoornis wordt alleen gesteld als iemand last heeft van terugkerende paniekaanvallen, die ontstaan zijn zonder duidelijke aanleiding. Daarbij is de patiënt na ten minste één aanval gedurende minimaal een maand ongerust geweest over een nieuwe aanval, de gevolgen ervan, of is de patiënt door de aanvallen vermijdingsgedrag gaan vertonen. Paniekaanvallen kunnen leiden tot een paniekstoornis. Als iemand daarnaast, uit angst voor een nieuwe paniekaanval, allerlei situaties gaat vermijden, dan ontstaat er meestal ook een agorafobie. Paniekaanvallen kunnen ook in combinatie met andere angststoornissen optreden. De meest voorkomende combinatie is de paniekstoornis met agorafobie.

 

 

Agorafobie

 

Soms kan agorafobie ook ontstaan zonder dat er een paniekaanval aan voorafging. Sommige mensen kunnen de angst ontwikkelen dat ze niet voldoende 'controle' over bepaalde lichaamsfuncties hebben of iets doen dat 'opvalt' of 'raar' wordt gevonden door andere mensen. Iemand kan bijvoorbeeld bang zijn plotseling naar het toilet te moeten en durft dan alleen nog maar naar plekken waar een toilet in de buurt is. Alle andere plaatsen worden vermeden. Een andere reden waardoor agorafobie kan ontstaan is als er op een bepaalde plek iets heel naars of traumatisch is gebeurd en die plek daarna wordt vermeden. Mensen kunnen ook 'zomaar' bang worden voor bepaalde plaatsen en die angst kan zich door vermijdingsgedrag steeds verder gaan uitbreiden naar allerlei andere situaties. Zo kan agorafobie, of er nu wel of niet sprake was van een paniekaanval in de voorgeschiedenis, op verschillende manieren ontstaan en een heel eigen leven gaan leiden.

 

Agorafobie is meestal het eindresultaat van iemands pogingen om paniekaanvallen voor te blijven door situaties te vermijden die ze lijken op te roepen. Jammer genoeg wordt door de vermijding het proberen niet goed aangepakt, omdat paniekaanvallen meer van 'binnenuit' dan van 'buitenaf' worden opgeroepen en er alle kans bestaat dat ze in verschillende situaties de kop blijven opsteken. Verschillende mensen hebben verschillende lijsten van te vermijden situaties en deze kunnen in de loop der tijd langer of korter worden of veranderen. Paniekaanvallen verstoppen zich niet in bussen, treinen, auto's of op allerlei andere plekken die angstige mensen vermijden. Zoals we hier voor al aangaven, zijn ze het gevolg van een schrikreactie op de angstverschijnselen die iemand voelt.

 

 

 

* Heeft u vragen over 'Angstklachten, Fobieën en Paniekaanvallen'? Neem vrijblijvend contact op met onze praktijk.

bottom of page