top of page

Te vroeg volwassen:  over parentificatie

INLEIDING

 

In onze praktijk spreken we geregeld volwassenen die als kind geparentificeerd zijn. Het proces waarbij zij als kind steeds meer in de zorgende rol terechtkwamen, blijkt in therapie telkens weer ingewikkeld in elkaar te zitten. Kinderen vonden het prettig om tijdens alle problemen hun steentje bij te dragen, maar raakten verstrikt in onderlinge twisten, tegenstrijdige belangen, loyaliteitsconflicten of onoplosbare dilemma's. Kennis over parentificatie, en hoe dit in de praktijk tot stand is gekomen kan cliënten erkenning geven en inzichtelijk maken wat er in het verleden is misgegaan. Het kan er ook voor zorgen dat mensen zich makkelijker kunnen losmaken van vroegere patronen. Opvallend genoeg is er relatief weinig literatuur over parentificatie, en al helemaal niet voor het brede publiek. Met deze begeleidingstherapie hopen we daar verandering in te brengen en te voorzien in een behoefte. Er is zoveel mogelijk rekening gehouden met ieders kennisniveau en informatiebehoefte.

 

Deel 1 tot en met 4 zijn vooral gericht op de praktijk. Aan de hand van veel concrete voorbeelden wordt verteld wat parentificatie is, hoe het zich manifesteert, bij welke ontwrichtende gezinssituaties het makkelijker kan optreden en wat men eraan kan doen. In deel 5 komen tot slot verschillende theorieën aan de orde van waaruit parentificatie verklaard kan worden. Daarnaast wordt het begrip parentificatie in een historische context geplaatst.

Wat is parentificatie?

Deze begeleidingstherapie gaat over parentificatie. Het begrip parentificatie werd voor het eerst wetenschappelijk uitgewerkt in 1973. De loyaliteit tussen kinderen en ouders is groot, en ze gaan voor elkaar door het vuur. Voor een deel is dit evolutionair bepaald: ouders zorgen voor nakomelingen om het voortbestaan van de soort veilig te stellen. Een kind op zijn beurt is voor zijn overleving afhankelijk van volwassenen, in het bijzonder zijn ouders. Zorgen dat deze ouders gezond in het leven staan en hun taak zo goed mogelijk kunnen vervullen is dus cruciaal. Toch gaat de loyaliteit tussen kinderen en ouders aanmerkelijk verder dan puur het voortbestaan. Als ouder met het klimmen der jaren gebreken gaan krijgen, zie je dat volwassen kinderen hen over het algemeen gaan ondersteunen. Ze gaan vaker op bezoek, doen boodschappen en gaan (indien nodig) mee naar de dokter. Strikt genomen is dit vanuit de evolutietheorie niet goed te begrijpen: waarom zou je je nog inzetten voor ouders die hun 'taak', het voortbrengen van nakomelingen, volbracht hebben?

 

Toch blijkt in de praktijk dat kinderen wel degelijk de behoefte voelen om hun dierbaren bij te staan en met hun ouders verbonden te blijven. De sterke onderlinge verbondenheid is bijvoorbeeld terug te zien in de tv-programma's als "Spoorloos'. Familieleden die elkaar soms zelfs nooit hebben gezien gaan naar elkaar op zoek. Om verder te kunnen met hun leven willen ze weten waar ze vandaan komen. Ouders die hun kind hebben afgestaan willen zien wat er van hun of haar geworden is. Of ze willen vertellen wat er (in het contact) is misgegaan. Hoe sterk de band tussen ouders en kinderen is, wordt ten slotte ook zichtbaar als het onderlinge contact niet goed is: bij zowel ouders als kind kan een slechte verstandhouding voor veel frustratie, vertwijfeling en/of langdurige psychische klachten zorgen.

Parentificatie is het verschijnsel dat kinderen de ouderrol op zich nemen in situaties waarin de ouders dit zelf niet willen of kunnen. Het kind zorgt voor de ouders in plaats van andersom. 'Zorgen voor' kan gaan over praktische handreikingen of emotionele ondersteuning, maar het kan ook gaan over de verwachtingen die ouders van hun kinderen hebben. Er zijn vele manieren waarop kinderen hun ouders kunnen ondersteunen. Om parentificatie beter te doorgronden ligt het voor de hand om loyaliteit en verbondenheid als uitgangspunt te nemen. Een voorbeeld is een ernstige ziekte van een ouder in het gezin. Kanker is nog steeds een ziekte die angst inboezemt. Hoewel steeds meer vormen van kanker tegenwoordig redelijk tot goed behandelbaar zijn, associëren veel mensen kanker nog steeds met de dood. Een kind  zal naast haar eigen emoties ook de angst, vertwijfeling en paniek van haar ouders hebben aangevoeld. Juist omdat zij van haar ouders houdt en een goede band met hen heeft, is het goed te begrijpen dat zij graag wil helpen. Het kind is trouw aan haar ouders en het gezin waarin ze opgroeit.

Verwaarloosde opvoeding

Een ander voorbeeld beschrijft het de impact van een verwaarloosde opvoeding op het psychisch welbevinden van een kind. In dit geval betreft die 'begaafdheid' van het kind niet zozeer zijn intelligentie, maar vooral zijn vermogen om de wensen, verlangens (en grillen) van zijn ouders aan te voelen. Kinderen zijn sensitief en vaak 'eager to please' Ze willen aan de verwachtingen van hun ouders voldoen en ze willen hun ouders iets geven. In wezen is dit de essentie van parentificatie. Als ouders (onrealistische) verwachtingen hebben, incompetent zijn of in het nauw zitten, voelen kinderen dat vaak haarfijn aan. Parentificatie gaat over kinderen met zeer goed ontwikkelde voelsprieten. Het betreft kinderen die sterk gericht zijn op hun omgeving. Ze voelen sferen aan en nemen gevoelens van anderen over. 'Het drama' van deze begaafde kinderen bestaat erin dat ze dusdanig op anderen gericht zijn dat ze hun eigen ontwikkeling stagneren. Vanuit hun opvoeding leren ze om zich op anderen te richten, maar ondertussen leren ze niet of onvoldoende om goed voor zichzelf te zorgen of hun grens tussen zichzelf en de ander voldoende af te schermen.

Woordeloze onderstroom

Naast verbondenheid en loyaliteit is er nog een ander belangrijk aspect. In sommige gevallen zullen ouders in heldere taal veelvuldig verkondigen wat zij van hun kind verlangen. Heel vaak gebeurt dit echter niet. Of althans, niet expliciet. Heel vaak worden dergelijke boodschappen niet uitdrukkelijk verkondigd, maar subtiel via een woordeloze onderstroom gecommuniceerd. Kinderen hebben een bijzonder talent om deze woordeloze onderstroom op te pakken. In het dagelijks leven wordt er veel op deze manier gecommuniceerd. Het kan gemakkelijk voor communicatieproblemen zorgen. Ook beseffen mensen lang niet altijd welke boodschappen ze uitzenden. Het proces verloopt voor een groot gedeelte onbewust.

Gradaties

Parentificaties is er in vele gradaties. Vrijwel altijd is een belangrijk aspect van parentificatie dat er evenredig veel van de kinderen wordt gevraagd. Dat kinderen meehelpen in het gezin komt geregeld voor, maar meestal wordt daarbij wel rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen. Een kind van vier zal niet snel gevraagd worden om de aardappels te schillen of de was te doen, maar misschien mag het wel de champignons wassen of de eieren pellen. Niet alleen het soort klus wordt aangepast aan de leeftijd, maar ook de daarbij horende verantwoordelijkheid. Een kleuter zal over het algemeen geen taak toegeschoven krijgen waar anderen afhankelijk van zijn. Als de champignons niet goed gewassen zijn, spoelt moeder ze gewoon nog even extra af. Bij parentificatie zie je dat er verschuivingen komen. Kinderen doen taken die niet passen bij hun leeftijd. 

Culturele en sociologische kanten

 

Aan parentificatie zitten ook culturele en sociologische kanten. In ontwikkelingslanden is het bijvoorbeeld heel gebruikelijk dat kinderen al op jonge leeftijd werken om te zorgen dat er thuis voldoende geld binnenkomt. De 'grens' van wat je van een kind 'mag vragen' is dus blijkbaar niet heel strikt en wordt mede bepaald door culturele achtergrond en afkomst. Ook de tijdsgeest is van invloed. Vroeger waren er in Belgje en Nederland veel grote gezinnen en was het heel gebruikelijk dat de oudere kinderen actief meehielpen het huishouden draaiende te houden. Sowieso werd van kinderen toch veel eerder volwassen gedrag verlangd dan nu. Het was een luxe als een kind de lagere school en soms de middelbare school kon afmaken, en voor velen was het vanzelfsprekend om daarna direct de handen uit de mouwen te steken. Het verschijnsel parentificatie kwam in die tijd misschien wel veel vaker voor: kinderen droegen toen op jonge leeftijd aanzienlijk meer verantwoordelijkheid dan tegenwoordig. Toch voelde het voor de kinderen waarschijnlijk minder uitzonderlijk: het hoorde bij de dagelijkse gang van zaken in die tijd. 

Constructief 

Er wordt geregeld onderscheid gemaakt tussen constructieve en destructieve parentificatie. Het is onjuist om te suggereren dat parentificatie altijd negatief en slecht is. Een belangrijk deel van een opvoeding bestaat er immer is dat kinderenleren hoe ze moeten delen, dat ze rekening moeten houden met anderen en dat ze anderen moeten helpen in moeilijke tijden. In wetenschappelijk onderzoek werd ouders gevraagd welke eigenschappen zij belangrijk vinden voor hun kind. De antwoorden van de ouders maken inzichtelijk welke waarden en normen zij bij het opvoeden hanteren. Wat vinden ouders door de jaren heen belangrijk? In de jaren tachtig bleken eigenschappen als gehoorzaamheid, bescheidenheid en ijver niet meer zo belangrijk als in de jaren zestig en zeventig. Ouders wilden liever dat hun kind mondig en zelfstandig was. Anno 2020 willen ouders vooral dat hun kind eerlijk is. Daarna volgen de eigenschappen rekening houden met anderen, rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid, behulpzaamheid, zelfstandigheid en openheid. Al met al staan er in de top vijf de nodige karaktereigenschappen en vaardigheden die geparentificeerde kinderen ook gebruiken.

Kinderen die bijspringen in het gezin leren om verantwoordelijkheid te dragen. Ze leren dat zij kunnen bijdragen aan het welbevinden van anderen. Door parentificatie maken ze kennis met empathie en wederkerigheid van contact. Ze leren hoe ze met hun omgeving kunnen meeleven en kunnen invoelen wat anderen beweegt. 'Voor anderen zorgen' en zelfs 'jezelf opofferen' zijn belangrijke vaardigheden om te leren. bij constructieve parentificatie wordt parentificatie beschouwd als leerschool voor het kind, waarbij de belangen van het kind niet uit het oog worden verloren. Om te zorgen dat het kind niet wordt beschadigd door zijn hulpvaardigheid, is het van belang dat zijn inspanningen gezien en gewaardeerd worden. Het is niet vanzelfsprekend dat kinderen zich zo inzetten  Ze moeten er erkenning voor krijgen. Ook is het belangrijk dat ze leren daarnaast nog gewoon 'kind' te zijn. Tot slot dient de mate van verantwoordelijkheid afgestemd te worden op het ontwikkelingsniveau van het kind.

Wat realistisch is om van een kind te verlangen en wat niet, zal van verschillende factoren afhankelijk zijn. Het ene kind is voor zijn leeftijd heel wijs, terwijl het andere kind juist nog erg kinderlijk en speels is. Bij het eerste kind bestaat het risico dat het te veel verantwoordelijkheid op zijn bord krijgt. Het andere kind moet misschien wat meer ondersteund worden in het leren dragen van verantwoordelijkheid, omdat het hier nog niet erg aan toe is. Zolang er rekening gehouden wordt met de leeftijd en de vaardigheden van het kind en het kind op passende wijze wordt ondersteund, is het helemaal niet ongezond of schadelijk als een kind helpt in het gezin. Er is namelijk nog steeds sprake van een constructief proces, en het kind wordt nog steeds erkend in het 'kind' zijn. 

Destructief

Bij destructieve parentificatie is dat anders, daarbij worden er meer grenzen overschreden. Uitgangspunt is niet meer de ontwikkeling van het kind, maar eerder de belangen en verwachtingen van de ouders. Bij de extreme vormen van parentificatie wordt het kind in zijn ontwikkeling belemmerd. Er zijn situaties waarbij kinderen te veel worden ingezet als 'goedkope krachten' die het allemaal wel even zullen oplossen. Als een kind wordt thuisgehouden van school om voor anderen te zorgen, is er niets pedagogisch aan de ondersteuning die het biedt. Als een kind niet of te weinig met leeftijdgenoten kan spelen en zich intellectueel en emotioneel onvoldoende kan ontplooien, gaat die ondersteuning te veel ten koste van het individu. Er is in dat geval sprake van een destructief proces, met alle gevolgen van dien. 

We benoemen vier variabelen die van invloed zijn bij destructieve parentificatie: twee kenmerken van volwassenen en twee van hun kinderen. bij ouders benoemen we op de eerste plaats een onvermogen om de ouderrol te vervullen. Dit kan enerzijds veroorzaakt worden doordat ouders onvoldoende verantwoordelijkheid (kunnen) nemen, en anderzijds doordat ze onvoldoende afgestemd zijn op de behoeften van het kind. Als tweede factor bij ouders noemen we relatieproblematiek, waardoor er onvoldoende aandacht is voor de noden van het kind. 

Bij kinderen gaat het ten eerste om de mate waarin het kind betrokken/hulpvaardig/empathisch is, en ten tweede om de vraag of het kind vanuit zijn ontwikkeling voldoende in staat is om verantwoordelijkheid te dragen. We beschrijven hoe de interactie tussen de hiervoor genoemde variabelen maakt dat er een destructief proces ontstaat. Ook is er onderzocht welke factoren maken dat het ene kind eerder geparentificeerd raakt dan het andere. Het geslacht, de leeftijd, de plaats in de kinderrijen de grootte van het gezin blijken van invloed. Meisjes, en vooral de oudsten in grote gezinnen zijn vaker geparentificeerd dan andere kinderen in het gezin. Mogelijk heeft dit deels te maken met de verschillende verwachtingen die er aan jongens en meisjes gesteld worden. Van meisjes wordt eerder verwacht dat ze verantwoordelijkheid nemen en dat ze verzorgend zijn ingesteld. 

Rolverandering

​Het kind beschrijven als een slachtoffer van parentificatie suggereert dat er voor de jongere louter nadelen zijn. Een kind kan wel degelijk iets ontleen aan parentificatie. Door de rolverandering komt er een verschuiving in de machtsverhoudingen. Het kind mag meepraten met beslissingen er er wordt naar haar mening geluisterd. Ook het gevoel voor eigenwaarde en zelfvertrouwen is in de nieuwe rol prettig. Het geeft een goed gevoel om in deze moeilijke tijden de ouders te kunnen steunen. Het geeft het gevoel dat het de moeite waard is en er mag zijn. Parentificatie heeft ook nog een andere positieve bijkomstigheid. Machteloosheid is een van de moeilijkste emoties om te hanteren: enerzijds word je geconfronteerd met een groot naderend onheil, maar anderzijds besef je (terecht of onterecht) dat je niets kunt doen om het gevaar af te wenden. Deze twee aspecten samen ( 'Dit is echt heel erg' en 'ik kan niks doen') maken dat de emotie nauwelijks te verdragen is. Iets doen maakt het over het algemeen makkelijker om met machteloosheid om te gaan. Zien hoe een van de dierbaarste mensen uit je leven doodziek is en lijdt, is vermoedelijk iets makkelijker te verdragen als je het gevoel hebt dat je je moeder actief ondersteunt. Het zal het ziekteproces misschien slechts minimaal beïnvloeden en het zal een negatieve afloop zeker niet kunnen voorkomen, maar alles is beter dan lijdzaam toezien. Een gemeenschappelijke factor bij veel mensen is dat het gaat om gezinnen die op een of andere manier 'ín nood zijn'. Ongeacht alle verklaringen die er zijn voor het fenomeen parentificatie, is het geparentificeerde kind degene die in moeilijke tijden de machteloosheid heeft omgezet in actie.

Naast de vraag of kinderen altijd gezien moeten worden als slachtoffers van parentificatie, is de vraag of ouders altijd schuldig zijn eveneens gerechtvaardigd. Met het begrip  'parentificatie' is iets geks aan de hand. Enerzijds benadrukken onderzoekers dat parentificatie op zichzelf geen negatief verschijnsel hoeft te zijn. Het wordt gezien als een min of meer standaardfenomeen dat in elk gezin bij vlagen optreedt. Het hoort bij een gezonde ontwikkeling. Al deze positieve geluiden ten spijt wordt het begrip echter nooit op een positieve manier gebruikt. Als een kind hulpvaardig/inschikkelijk/ empathisch is en een groot verantwoordelijkheidsgevoel heeft, wordt dit in neutrale termen beschreven. Zodra er echter gebruik wordt gemaakt van het woord 'parentificatie', impliceert dit dat er iets mis is. Ondanks dat het feit dat het oorspronkelijk niet zo bedoeld is, krijgen ouders daarmee in de praktijk wel degelijk de zwartepiet toegeschoven.

 

Het is daarom heel belangrijk om het woord 'parentificatie' zorgvuldig te gebruiken. Niet ieder kind dat een kopje thee zet voor een zieke moeder is meteen geparentificeerd. Ook verdienen oudere kinderen die hun jongere broertje of zusje ondersteunen geen negatief label. Kijkend naar de voorbeelden lijkt het onderscheid tussen constructieve en destructieve parentificatie relevant. Zolang het kind naast de zorgende rol voldoende toekomt aan zijn eigen ontwikkeling en de bezigheden die bij zijn leeftijd passen, is er niets aan de hand. Ook wordt bij parentificatie in de neutrale vorm telkens benadrukt dat de overbelasting niet al te lang blijft voortbestaan.

Verantwoordelijkheid

Kinderen zijn in veel gevallen van parentificatie wellicht minder slachtoffer en ouders minder schuldig dan ze in eerste instantie lijken. Toch is het goed om te beseffen dat ouders en kinderen in de gezinsdynamiek verschillende rollen hebben, met een groot verschil aan verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor de rolomkeringen en het vervagen van de grenzen ligt per definitie bij volwassenen. Hoe graag kinderen willen helpen, het is de taak van de ouders om de afweging te maken om hier wel of niet in mee te gaan. Kinderen kunnen situaties minder goed overzien. Ze moeten nog leren hoe zij anderen kunnen bijstaan zonder zichzelf daarbij uit het oog te verliezen. Sommige vormen van manipulatie kunnen zij nog niet goed doorzien. Ook zijn kinderen emotioneel nog niet volgroeid. Bij heftige emoties raken zij eerder overspoeld of verstrikt in loyaliteiten. Ouders horen hun kinderen te behoeden voor rampspoed. Het zijn ouders of volwassenen die ervoor moeten zorgen dat een kind zich voldoende kan ontplooien en ook voldoende kind kan zijn.

* Heeft u vragen over 'Te vroeg volwassen: over parentificatie'? Neem vrijblijvend contact op met onze praktijk.

 

bottom of page