top of page

Cognitieve Gedragstherapie, CGT

UITGANGSPUNT

 

Cognitieve gedragstherapie is binnen onze praktijk een laagdrempelige hooggekwalificeerde vorm van psychologische hulpverlening. De therapie is volledig wetenschappelijk onderbouwd. Het doel is doorgaans echter van dezelfde strekking als bij psychotherapie: het verminderen of geheel wegnemen van geestelijke gezondheidsklachten van de client. 

 

Praktisch, concreet, gestructureerd en soms met huiswerk en oefeningen: bij cognitieve gedragstherapie draait het om het doorbreken van belemmerende gedachten- en gedragspatronen, waarna je die gaat vervangen door helpende varianten. Deze meest onderzochte vorm van psychotherapie wordt ingezet bij bijna alle psychische klachten. Duur: 5 sessies bij minderernstige problematiek; 10 tot 20 sessies is het meest gangbaar.

 

 

Cognitieve therapie

 

Gedragstherapie en cognitieve therapie zijn onafhankelijk van elkaar ontstaan. De laatste 15 jaar zijn beide therapieën meer met elkaar geïntegreerd geraakt. Tegenwoordig worden zij vaak als één en dezelfde soort psychotherapie beschouwd: cognitieve gedragstherapie, of CGT.

 

Cognitieve therapie gaat vooral uit van de invloed van het denken op het gevoelsleven en het doen. Wie belangrijke zaken en gebeurtenissen in zijn leven gewoonlijk vanuit een negatief standpunt beziet, wordt makkelijker angstiger, somber of geïrriteerd, met alle negatieve gevolgen tot gevolg.

In cognitieve therapie onderzoeken therapeut en cliënt of die negatieve wijze van denken wel helemaal klopt. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met elkaar. De nadruk ligt op het wijzigen van de manier van denken die mensen met een emotioneel probleem hanteren. Wanneer inderdaad blijkt dat de cliënt geneigd is om te negatief over allerlei zaken te oordelen, zoeken zij samen uit welke geschiktere manier van denken passend is.

 

Depressieve mensen bekijken bijvoorbeeld of zij mislukt zijn in het leven en of andere personen hen werkelijk niet mogen of minachten. Bij het uitwerken van meer realistische standpunten en gedachten maakt de therapeut gebruik van specifieke cognitieve oefeningen en huiswerkafspraken.

 

 

Gedragstherapie

 

In gedragstherapie staat het gedrag van de cliënt centraal. hoe iemand handelt bepaalt namelijk in belangrijke mate hoe iemand zich voelt. Wie geneigd is om uit angst bepaalde zaken uit de weg te gaan, zal zijn angst vaak eerder versterken dan verminderen. Wie niet goed weet hoe hij zijn mening het beste naar voren kan brengen, zal eerder onzeker of juist geïrriteerd worden. Wie niet heeft geleerd hoe jij zich moet beheersen, zal gemakkelijk het slachtoffer worden van zijn eigen impulsiviteit.

 

Binnen gedragstherapie brengen therapeut en cliënt eerst het problematische gedrag en de omstandigheden waarin die voorkomen in kaart. Vervolgens helpt de therapeut de cliënt om met beter passende gedragspatronen te reageren op die omstandigheden. Hiervoor worden diverse oefeningen en huiswerk gedaan. Zowel het inventariseren van problematisch gedrag als het bedenken en oefenen van nieuw, beter passend gedrag doen cliënt en therapeut samen.

 

 

Goede combinatie

 

De combinatie van cognitieve en gedragstherapeutische procedures wordt cognitieve gedragstherapie genoemd. In de ontwikkeling van beide therapievormen van de laatste 25 jaar bleken een aantal psychische klachten beter met cognitieve therapie te behandelen terwijl andere klachten weer beter met gedragstherapie te behandelen waren. De combinatie van beide therapieën leen een logische stap speciaal ook omdat cognitief therapeuten vaan in de traditie van gedragstherapie werken.

 

Cognitieve gedragstherapie blijkt (met de interpersoonlijke psychotherapie) de gunstigste effecten op te leveren in therapie effectstudies. De verdere ontwikkeling van zowel de cognitieve als de gedragstherapie heeft dit mogelijk gemaakt en vooral ook het feit dat deze therapievormen werden uitgebreid naar andere psychische klachten zoals paranoïde wanen, depressies, posttraumatische stress en persoonlijkheidsstoornissen.

Cognitieve gedragstherapie kan dus zowel de manier van denken en interpreteren van de cliënt beïnvloeden, als diens manier van doen en laten. Soms ligt de nadruk meer op denken, soms meer op doen en laten. In andere gevallen werkt men gelijktijdig met beide aspecten.

 

Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat cognitieve therapie en gedragstherapie vaak vergelijkbare gunstige effecten hebben op de problemen van cliënten. Ook is steeds duidelijker aangetoond dat de werkwijze van beide methodes - huiswerk, oefeningen en samenwerking tussen therapeut en cliënt - goed op elkaar aansluit. In de psychologie ziet men steeds beter in dat 'anders leren denken' en '''' anders leren doen' uitstekend met elkaar kunnen worden gecombineerd in één en dezelfde behandeling.

 

 

Verschillende manieren

 

Cognitieve gedragstherapie bestaat in verschillende vormen en soorten. De meeste cliënten komen in individuele therapie, maar er bestaat ook CGT voor groepen evenals voor echtparen en gezinnen. Naast deze verschillen bestaat binnen CGT een aantal stromingen die inhoudelijk andere accenten leggen. Soms hebben dergelijke benaderingen een aparte naam. Zo bestaat er constructionele gedragstherapie, dialectische gedragstherapie, schemagerichte cognitieve therapie en rationeel-emotieve therapie (RET). Enkele van deze stromingen zijn ontwikkeld voor cliënten met specifieke problemen. Vaak weerspiegelen de verschillende vormen de specifieke voorkeuren voor een bepaalde werkwijze van de betreffende therapeuten.

 

 

Werkwijze

 

De cognitieve gedragstherapie gaat ervan uit dat gedachten, gevoelens en gedrag op een bepaalde manier met elkaar verbonden zijn.

Iemands gedachten beïnvloeden zijn of haar gevoelens en gedrag. Negatieve gedachten zoals 'ik ben niets waard' of 'ik kan dat toch niet' kunnen psychische problemen veroorzaken of versterken.

 

De cognitieve gedragstherapeut zal samen met de cliënt nagaan welke ideeën hij heeft over zichzelf en anderen, wat anderen van hem denken, wat hij zou moeten doen en/of kunnen, of dat de cliënt schuld heeft aan iets, enzovoorts. De therapeut zal vervolgens met de cliënt in gesprek gaan over de mate waarin zijn ideeën op realiteit berusten. Het accent ligt op het aanleren van andere, meer positieve gedachten.

Via het beïnvloeden van denkbeelden kan de cliënt zijn gevoelstoestand in gunstige zin veranderen. Daardoor verandert zijn doen en laten in positieve zin en verminderen zijn klachten.

 

Cognitieve gedragstherapie is op dit moment waarschijnlijk de meest toegepaste vorm van psychotherapie. Uit veel onderzoek blijkt dat CGT effectief is in het bestrijden van symptomen bij verschillen psychische klachten o.a.:

  • Zwak zelfbeeld en negativisme
  • Angst, depressie en fobieën
  • Traumaverwerking
  • Relatie- en werkproblemen
  • Persoonlijkheidsstoornissen
  • Dwang en eetstoornissen
  • Stress, burn-out en chronische vermoeidheidssyndroom CVS
  • Narcisme

 

Derde generatie gedragstherapie

 

De naam "derde generatie" verwijst naar de chronologische volgorden waarin opeenvolgende grote strekkingen in de gedragstherapie zijn ontstaan:

 

1) Eerste generatie: klassieke gedragstherapie, uitgevoerd volgens de principes van de leertheorieën, de operante conditionering (instrumenteel leren) en klassieke conditionering. Voorbeelden hiervan zijn de systematische desensitisatie, de assertiviteitstraining en het werken met bekrachtiging.

 

2) Tweede generatie: cognitieve therapie gericht op het veranderen van de inhoud van irrationele of niet-werkzame gedachten (cognities).

Het uitgangspunt van de cognitieve therapie is dat emoties en gedrag veranderd kunnen worden door het veranderen van onderliggende gedachten.

 

3) Derde generatie: aandacht- en acceptatiegerichte gedragstherapie ,ACT. De nadruk ligt hier veel minder op het veranderen van (uitwendig) gedrag of van gedachten, maar veel meer op het anders leren hanteren van ongewenste gedachten en gevoelens.

 

De derde generatie (cognitieve)gedragstherapie is een stroming binnen de gedragstherapie. De vorige generaties leggen het accent op rechtstreekse verandering van gedrag, emoties of gedachten. De derde generatie richt zich op het leren van mindfulness vaardigheden, acceptatie en het effectiever leren omgaan met emoties en cognities (waarnemen, taal, redeneren, geheugen en denken)zonder deze rechtstreeks te willen veranderen. Daarom wordt gesteld dat de derde generatie zich richt op het anders leren omgaan met gedachten en gevoelens, in plaats van op het veranderen van deze. Hierbij wordt meer dan bij andere stromingen gebruik gemaakt van experiëntiële technieken.

 

Hoewel deze 3 generaties onderscheiden lijken, zijn er heel wat overlappingen. Zo werd de cognitieve therapie na een aantal jaren cognitieve gedragstherapie, omdat er weer meer gedragstherapeutische technieken (eerste generatie) in werden opgenomen. Een mengeling van tweede en derde generatie is de Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT). Elementen uit de eerste generatie worden zowat bij alle vormen opgenomen.

Het gaat dan ook meer om accentverschuivingen dan om echt volledig verschillende therapievormen.

Andere vormen 3e generatie gedragstherapie zijn o.a.:

 

 

De derde generatie is niet nieuw

 

De eerste critici gaven aan dat de derde generatie gedragstherapie niet nieuw was, maar eigenlijk een variant of evolutie binnen de reeds bestaande cognitieve gedragstherapie. Sommigen geven aan dat elementen uit de derde generatie teruggaan op oudere therapievormen. Sommige therapeuten die aan de basis liggen van een therapievorm die tot de derde generatie gedragstherapie gerekend wordt, rekenen hun therapie niet tot een nieuwe generatie, maar tot de cognitieve gedragstherapie. Ook in België en Nederland kwamen soortgelijke reacties.

 

 

* Heeft u vragen over 'Cognitieve Gedragstherapie, CGT' en/of deze hulpverlening geschikt is voor uw hulpvraag? Neem vrijblijvend contact op met onze praktijk.

bottom of page