top of page

Leven met (chronische) pijn en vermoeidheid

INLEIDING

 

Wanneer je voortdurend last hebt van pijn, is dat erg frustrerend. Het gooit je leven en de plannen die je had voor de toekomst overhoop. bovendien is chronische pijn een aanslag op je vertrouwen en op je plezier in het leven. Gevoelens van machteloosheid, boosheid, angst of verdriet komen regelmatig voor bij de pijn. Het zal daarom je diepste wens zijn om weer zonder pijn te leven. 'Als ik de pijn maar overwonnen heb' kan ik weer het leven leiden dat ik graag wil leiden; is vaak de gedachte. Waarschijnlijk heb je van alles gedaan om van je pijn af te komen. Misschien dat sommige behandelingen of medicijnen je iets geholpen hebben. Maar kennelijk is dit niet voldoende geweest, want anders zou je deze pagina niet lezen. Je blijft pijn houden. Wat nu?

 

Als je met deze begeleidingstherapie een nieuwe methode gevonden denkt te hebben om van je pijnklachten af te komen, moeten we je teleurstellen. Deze therapie lost niet alles op. Hoewel het moeilijk te verkroppen kan zijn, geldt voor veel langdurige pijnklachten dat er vaak geen afdoende oplossing is voor de pijn. Je blijven verzetten tegen de pijn helpt in dat geval dan ook niet en werkt averechts. Wat je ook doet, de pijn komt even hard weer terug en kan op den duur zelfs toenemen. Daarbij is de kans groot dat je dagelijkse strijd tegen de pijn je steeds verder afvoert van het leven dat je diep vanbinnen eigenlijk zou willen leiden. Dit betekent dat je steeds minder bezig bent met de dingen die voor jou echt van belang of waardevol zijn. En dat zorgt op den duur voor veel leed!

 

 

Op een andere manier omgaan met pijn

 

Met deze begeleidingstherapie leer je in een aantal sessies hoe je weer een waardevol en bevredigend leven kunt leiden en op een andere manier kunt omgaan met je pijnklachten. In plaats van de strijd aan te gaan tegen de pijn, leer je de pijn te aanvaarden en toe te laten in je dagelijks leven. Het uitgangspunt is dat je datgene gaat doen wat jij belangrijk of leuk vindt. Ongeacht er nu wel of geen pijn is. In plaats van de pijn centraal te stellen en de pijn de regie over je leven te laten voeren, leer je juist de inhoud van je leven centraal te stellen, zodat je weer het leven kunt leiden dat je graag zilt leiden.

 

 

Pijn hoort bij het leven

 

Pijn hoort bij het leven. Het kan zelfs levensgevaarlijk zijn als je geen pijn kunt voelen. stel je voor dat je nooit pij hebt, dan zou je gemakkelijk verwondingen of brandwonden oplopen. Het is goed dat je pijn hebt, omdat pijn een signaal is waardoor je snel reageert wanneer je je bezeert, iedereen heeft dus wel eens pijn. Meestal gaat de pijn na een tijd weer over, maar pijn kan ook lang aanhouden. Een op de vijf volwassenen in Europa heeft in zijn leven langdurig pijn (zes maanden of langer) last van pijnklachten. Dit kan het leven op een vervelende manier beïnvloeden.

 

 

Definitie van pijn

 

De internationale organisatie die pijn bestudeert, heeft pijn gedefinieerd als: 'Een onaangename gewaarwording en emotionele ervaring die gepaard gaat met weefselschade, mogelijke weefselschade of die wordt omschreven in termen van dergelijke schade'. Soms kan er dus sprake zijn van een beschadiging in het lichaam, maar dat hoeft niet altijd. En verder betekent het dat we niet alleen iets onaangenaams ervaren, maar ook dat we daar emotioneel op reageren. Dat is natuurlijk logisch. uit de definitie blijkt ook dat pijn subjectief is. Er hoeft geen beschadiging te zijn om pijn te ervaren en er is geen test beschikbaar om objectief vast te stellen of iemand pijn heeft.

 

De pijndrempel, het moment waarop mensen pijn voelen, kan wel min of meer objectief worden vastgesteld. De pijndrempel verschilt van persoon tot persoon. Ook kunnen mensen een prikkel pijnlijk vinden die ze op een ander moment niet als pijnlijk beoordelen. Stemming lijkt daarbij een rol te spelen; wanneer iemand somber is, ervaart hij een prikkel als snel als pijnlijk terwijl je minder pijn ervaart als je je ontspannen of prettig voelt.

Kortom, pijn is een complexe ervaring die ons leven behoorlijk kan ontwrichten; pijn is moeilijk te meten en alleen degene die pijn heeft kan aangeven dat hij pijn heeft.

 

 

Acute en chronische pijn, chronische vermoeidheid CVS

 

Pijn wordt als chronisch beschouwd als die langer dan drie maanden aanhoudt. Mensen met aandoeningen zoals artrose kunnen chronische pijn hebben. Ook kan regelmatig terugkerende pijn een symptoom zijn van een chronische aandoening als reumatoïde artritis. Bij deze aandoeningen is er weefselschade of een ontsteking in het lichaam aan te wijzen. Na behandelingen tegen kanker kun je chronische pijnklachten houden. Bij veel mensen die chronische pijnklachten hebben, wordt de pijn niet langer veroorzaakt door beschadigd weefsel. In die gevallen is er een ontregeling van het zenuwstelsel. Om dit uit te leggen, moeten we eerst wat meer over het zenuwstelsel vertellen.

 

Chronische vermoeidheid kan je leven behoorlijk verstoren. bij de minste  of geringste inspanning voel je je al uitgeput. De vuilnisbak buiten zetten, een boodschap doen, de hond uitlaten - het kost je allemaal erg veel energie. Als dit vele maanden duurt, je ook allerlei andere klachten hebt en een arts geen duidelijke medische reden vindt, is het mogelijk dat je aan het chronisch-vermoeidheidssyndroom (CVS) lijdt. Het gaat om een verzameling klachten die allemaal op de een of andere manier met vermoeidheid verband houden. Naast langdurige uitputting heb je bijvoorbeeld last van pijnklachten, neurologisch aandoende klachten, emotionele klachten, slecht slapen, allerlei beperkingen en diverse andere klachten. Ook als de andere klachten niet duidelijk aanwezig zijn kun je toch CVS hebben. Typisch voor CVS is dat mensen niet herstellen als de vermoeidheid eenmaal is ontstaan. In deze begeleidingstherapie gaan we ervan uit dat dit te maken kan hebben met het feit dat CVS problemen oproept die herstel belemmeren. Deze instandhoudende factoren geven genezing waarschijnlijk geen kans. Door deze herstelbelemmerende factoren weg te nemen krijgt verbetering weer een kans.

 

 

Een model van het zenuwstelsel en pijn 

Bij pijn wordt het zenuwstelsel vaak vergeleken met een alarmsysteem: het waarschuwingssignaal wordt via het telefoonnet doorgestuurd naar de alarmcentrale, en daar worden maatregelen getroffen. Letsel kun je vergelijken met het waarschuwingssignaal. De zenuwen in ons lichaam kun je vergelijken kun je vergelijken met het telefoonnet. Het centraal zenuwstelsel - dat wil zeggen het ruggenmerg en de hersenen - wordt vergeleken met de alarmcentrale. Bij letsel gaat het alarmsysteem in werking: de waarschuwing gaat via de zenuwen naar het centraal zenuwstelsel en vervolgens zorgen ons ruggenmerg en onze hersenen ervoor dat we ons zo gedragen dat verder letsel wordt voorkomen en dat we goed kunnen herstellen.

 

Bovengenoemd model kan goed verklaren hoe we acute pijn ervaren. dit model kan echter niet verklaren waarom mensen pijn blijven houden als het letsel is hersteld of waarom mensen pijn kunnen hebben zonder letsel. Veel mensen met chronische pijn voelen zich daarom onbegrepen.'Als dokters niks kunnen vinden, zul je wel geen pijn hebben', zo is de redenering. En als je dan toch pijn hebt, vindt men dat je je aanstelt, overgevoelig bent of dat de pijn psychisch is. Vanuit het model van het alarmsysteem lijkt er iets mis met de persoon die chronische pijn heeft.

 

We kunnen je geruststellen. Er is iets mis met de veronderstelling dat er altijd een beschadiging moet zijn om pijn te kunnen ervaren! We geven een paar voorbeelden om dit te verduidelijken. Zo kan er beschadiging in het lichaam zijn zonder pijn, zoals bij de onopgemerkte groei van een verwoestende tumor. Maar ook de sporter die in het midden van de de wedstrijd letsel oploopt, voelt de pijn pas in de kleedkamer. Omgekeerd kunnen mensen na een amputatie pijn ervaren in het lichaamsdeel dat er niet meer is en hebben veel mensen na een spannende dag hoofdpijn zonder dat er sprake is van letsel. En hoe kan het dat zo veel kinderen weer vrolijk weg huppelen met een kusje of snoepje op hun kapot gevallen knie? Het zenuwstelsel is eerder een levend systeem dan een alarmsysteem en pijn kan samenhangen met andere factoren dan weefselbeschadiging. Dit wordt hierna verder uitgelegd.

 

 

Het zenuwstelsel is altijd in beweging

De laatste tientallen jaren is veel onderzoek gedaan naar het zenuwstelsel. Daarin is ontdekt dat ons zenuwstelsel geen vaststaand systeem is dat niet meer verandert gedurende het leven, zoals het model van de alarmcentrale suggereert. Het blijkt dat het zenuwstelsel ons hele leven verandert onder invloed van onze ervaringen. Dit wordt plasticiteit genoemd: onder invloed van wat we meemaken en leren, ontstaan er nieuwe verbindingen tussen onze zenuwcellen en/of worden andere gebieden in de hersenen ingezet. Als we iets nieuwe leren, zijn er andere gebieden in de hersenen actief dan wanneer we het geleerde automatisch kunnen uitvoeren.

 

Zo worden bij het toedienen van een pijnlijke prikkel andere gebieden in de hersenen actief dan bij chronische pijn. De veranderingen in het zenuwstelsel treden niet alleen op in onze hersenen maar in het gehele traject dat een prikkel aflegt in het zenuwstelsel. Door regelmatige pijnprikkels kunnen verbindingen tussen zenuwcellen als het ware inslijpen en kan er bij een minder sterke prikkel al pijn worden ervaren.

Ook kunnen er steeds meer zenuwcellen bij het netwerk betrokken raken, waardoor je pijn op andere plaatsen voelt dan op de oorspronkelijke plaats.

 

Als deze veranderingen optreden wordt dat sensitisatie genoemd. Je kunt het vergelijken met een korenveld. Als daarin nog niemand heeft gelopen, kun je willekeurig lopen. Maar na de eerste keer kun je geknakte korenaren zien en is het gemakkelijker om het spoor van je voorganger te volgen. Als er heel wat mensen hebben gelopen, raakt het weggetje zo ingelopen dat je nauwelijks nog de neiging krijgt een ander pad te kiezen en kun je het pad sneller lopen dan je voorgangers.

 

 

Conditionering en pijn

 

Hoe gek het misschien ook lijkt, bij pijn is er ook sprake van leren. Er zijn twee manieren van leren:

 

1- Ten eerste leer je de betekenis van een prikkel doordat hij samen voorkomt met een andere prikkel.

Dit principe komt ook voor bij pijn. Als iemand die regelmatig rugklachten heeft veel meer pijn krijgt wanneer hij te lang zit, dan raakt de pijn geassocieerd met lang zitten. Wanneer hij dan in een situatie komt waarin hij lang moet zitten, bijvoorbeeld op een verjaardagsfeestje, dan kan er al pijn optreden voordat hij is gaan zitten, op den duur kan hij pijn gaan associëren met verjaardagsfeestjes. Omdat mensen kunnen praten en denken, kan het denken aan een verjaardagsfeestje al voldoende zijn om de pijn op te roepen.

 

2- De tweede manier van leren is leren van de gevolgen van ons gedrag.

Als ons gedrag beloond wordt, zullen we het de volgende keer sneller doen. Volgt er een straf of blijft iets leuks uit, dan zullen we het gedrag juist minder vertonen. Zonder dat we het weten reageert ons lichaam volgens dit principe.

 

Waarom vertellen we dit? Omdat dezelfde principes werkzaam kunnen zijn bij het omgaan met pijn. Wanneer iemand met chronische pijn steeds wacht met slikken van pijnstillers totdat de pijn ondragelijk is, komt ondraaglijke pijn steeds eerder voor. Het is alsof je het lichaam leert dat het een pijnstiller krijgt wanneer het hard schreeuwt. Sommige mensen negeren de pijn en worden juist actiever als ze pijn ervaren. Bezig blijven helpt op korte termijn om de pijn niet te voelen. Op de lange duur kan het extreem negeren van pijnsignalen en altijd actief worden bij pijn leiden tot uitputting en spanning. Hierdoor wordt de pijn juist sterker gevoeld..Andersom komt het ook voor dat mensen steeds minder actief worden. zij worden als het ware 'allergisch' voor steeds meer situaties. In dat geval wordt iemand juist voorzichtig en neemt meteen rust wanneer hij pijn merkt, in de hoop erger te voorkomen. Het lichaam 'leert' dan dat iemand bij de eerste pijnprikkel zal stoppen en laat pijn sneller merken. Daardoor gaat de fysieke conditie achteruit en treedt de pijn snelle op of heftiger op als men wel iets doet.

 

 

Aandacht, gedachten, gevoelens en pijn

 

De fysiologische achtergronden van pijn zitten dus wat anders in elkaar dan het eenvoudige model van de alarmcentrale. Mensen zijn onderhevig aan gedragswetten. Daardoor kan pijn ook erger worden of in stand blijven omdat ons lichaam heeft geleerd dat er in bepaalde situaties pijn optreedt (klassieke conditionering). Sommige gedragingen die op korte termijn de pijn doen verminderen, op lange termijn juiste tot meer pijn kunnen leiden.

 

Dit vergt nog enige toelichting. We schreven al dat pijn subjectief is en niet altijd hetzelfde. uit onderzoek kennen we nog nog drie factoren die het waarnemen en rapporteren van pijn beïnvloeden Deze factoren zijn aandacht, gedachten en gevoelens.

  1. .Allereerst noemen we aandacht. Pijn is een geduchte aandachtstrekker. Je merkt het snel als je pijn hebt en pijn leidt je aandacht af van datgene wat je op dat moment aan het doen bent. Aandacht speelt ook nog een andere rol bij pijn. Uit onderzoek weten we dat aandacht de pijnbeleving ook erger maken. We geven een voorbeeld  Studenten moesten hun hand in een bak ijskoud water houden. Degenen die de opdracht hadden gekregen zich te concentreren op hun hand hielden de hand korter in het ijskoude water dan degenen die hun aandacht van de pijn moesten afleiden door naar dia's te kijken waarover ze later vragen moesten beantwoorden. Maar in het onderzoek is ook aangetoond dat pijnprikkels beter worden verdragen als mensen de pijn aanvaarden dan wanneer ze hardnekkig proberen aan prettige dingen te denken. Deze laatste vorm van aandacht wordt mindfulness genoemd en komt later nog uitgebreid aan de orde. Bij mindfulness richt je op je aandacht op de pijn, maar net even op een andere manier. 
  2. Geachten zijn de tweede factor die pijn kunnen verergeren. Mensen die chronische pijnklachten als een ramp ervaren denken vaak: 'Dit gaat nooit meer over' of 'Dit is niet te verdragen'. zij rapporteren meer pijn dan mensen die deze gedachten in mindere mate hebben. Gedachten spelen dus een belangrijke rol bij pijnklachten. In deze begeleidingstherapie zul je leren hoe je anders om kunt gaan met deze gedachten. We begrijpen goed dat deze gedachten opkomen, want leven met pijn is moeilijk. Wanneer je echter leert om minder verstrikt te raken in dit soort denken, zul je meer ruimte krijgen.
  3. We schreven al eerder dat de pijndrempel lager is als mensen zich somber voelen. Gevoelens zijn dus de derde factor die de geleiding van pijn beïnvloeden. Op sommige plaatsen in het zenuwstelsel, zoals in de achterhoorn van het ruggenmerg, kan de geleiding van pijnprikkels sneller en gemakkelijker verlopen bij negatieve stemmingen. Bovendien gebeurt verwerking van pijnprikkels gedeeltelijk in dezelfde hersengebieden als de verwerking van emoties.

 

We beseffen dat deze uitleg over pijn ingewikkeld is. Je hebt veel informatie gelezen. Met de uitleg laten we de veelzijdigheid van pijn zien. We hebben niet de bedoeling om hiermee je pijnproblemen op te lossen. Je zou de conclusie kunnen trekken dat je probleem is opgelost als je je aandacht maar op iets anders richt, wanneer je gedachten of gevoelens probeert te veranderen of als je je anders gaat gedragen.We gaan in deze begeleidingstherapie uitleggen dat veel pogingen om pijn te verminderen het lijden door pijn juist groter maken. We stellen daarom een andere weg voor.

 

.

 

* Heeft u vragen over 'Leven met (chronische) pijn en vermoeidheid'? Neem vrijblijvend contact op met onze praktijk.

 

bottom of page